18 maart 2019 |

Een schommel in je hoofd. Het hier in het nu. Regenplassen die doen springen (een gat in de lucht). De verlossing in een zucht. Ontwapening. Omarmen wat niet kwijt mag gaan. Vreselijk gretig en graag bestaan. Buiten de lijntjes blozen. Een klein doosje in je hart voor herinnering. Liefde die alles overwintert. Het haasten uit de tijd. Geen uitleg bij een bijzonder ding (zo ontstaat verwondering). Zacht vallen zoals de eerste sneeuw. Lente in alles wat je denkt en doet. Het lef van aarzelen. Moed zoals een kind dat leren lopen wil. Het vinden in verdwalen. Vroegte, ongeschonden en pril. Ondersteboven en binnenstebuiten. Dagdromen en stapelverliefd zijn. Beminnen. Voor iemand nodig zijn als brood. Licht dat mag vallen in verhalen. Je verslingeren aan een wolk. Iemand die voor jou als een hartslag is. Een cadans van samen, niet alleen. Bloesems, bloemen en dauw, de dooi. Een ezelsoor. Onderweg zijn op de bonnefooi. Tussendoor veel liefs waarheen je ook gaat. Het zachte van indommelen. En schommelen. Klimmen tot je sterren ziet. Fijne dagen. Stille nachten. Geborgen zijn en kroelen en stelpen van verdriet.