3 januari 2010 |

Er ging stilte uit van de sneeuw die mama en mij omringde op weg naar de kerk.

Tijdens de viering rees de zon door één van de vele kleurrijke glasramen langzaam de hoogte in, totdat ik de stralen voelde. De zon viel pal op mij. Ik drukte mijn hand in die van mijn moeder om haar te laten weten: ik ben hier graag.

Toen de priester zei: ‘Laat ons bidden’, dacht ik opnieuw aan de uitstap die oma en ik ooit maakten naar de koekenstad. Op dat moment voelde ik hoop, want oma zou binnenkort een rolstoel krijgen. En er was vrede voor alle mensen in de woorden die we zongen. Ik voelde me thuiskomen vandaag.

Tijdens onze wandeling huiswaarts liepen we langs een vader die zijn dochtertje voorttrok op de slee. Toen ik opkeek en naar hem lachte, zei hij ons vriendelijk gedag. Het meisje lachte en genoot.

Het voelde als zomer vandaag, maar man, wat houd ik van de winter.