25 juni 2019 |
Verkoel als zwoelte zwaarder wordt.
Verlam de echo die danst tussen de straten.
Sluit de gordijnen. Binnen. Boven.
Laten we de zomer proeven
op het puntje van onze tong,
niet overvloedig,
maar bestrooi de dagen met leegte en licht.
Draal en aarzel en zwicht en
maal de tanende tijd tussen nacht en dauw.
De mallemolenwieken in mijn hoofd
zijn gaan liggen. Windstilte. Radio uit.
Ik wandel soms achteruit.
Dat houdt me wakker, maakt me blij.
Als zwoelte te zwaar wordt,
dan sluit ik mijn ogen
en denk aan november,
verse gember, hete thee,
koude voeten, natte sokken
(in mijn laarzen liep vorig jaar de zee).
Ik proef de leegte en het licht,
binnen, boven, achterstevoren.
(Ik repeteer geduld.)
Met mijn ogen open,
blote voeten in water,
denk ik aan later.
Ik ben niet meer zo bang.