21 oktober 2011 |

Beste Frida Kahlo

Mijn hart gaat uit naar u, en naar uw hele leven. Hoewel u mij niet kent, hoewel ik u niet ken, lijkt het toch alsof ik u ken. Althans een beetje. ’t Is zoals je weet hoe de zee eruitziet, met haar krachtige blauwe golven die neerslaan op het strand, zoals je weet hoe de zee gaat schitteren bij maanlicht, maar niet weet hoe ze voelt, niet weet hoe ze smaakt, niet weet waarom ze zich om de zoveel tijd geschrokken terugtrekt in haar schelp, omdat je haar nog nooit echt ontmoet hebt, omdat je nog nooit echt in dialoog bent getreden met haar overvloed aan waterwoorden. Zo heb ik het gevoel dat ik u ken, niet helemaal, maar wel een beetje.

Weet u, beste Frida, ik heb bewondering voor u. Bewondering in alle delen van het woord: wonde, wonder en ring. Bewondering. Wist u dat u vele mensen ontroerd hebt op uw pad? Dat u velen geraakt hebt door wie u was? Simpelweg door wie u was, al is jezelf zijn nog zo moeilijk. U was het en daarom, denk ik, daarom, hebben zovele mensen bewondering voor u, net als ik.

Bewondering, daar zit een wonde in. Ik vraag me af hoe u het deed. Zelf ben ik nu drie weken verwijderd van mijn negentiende verjaardag, en u was slechts zeventien toen het gebeurde. Zeventien. Ik kan er maar niet omheen. Waar haalde u de kracht vandaan? Uw lichaam was verbrijzeld, uw ziel geschaafd met open wonden, en toch ging u door, gaf u niet op. Ondanks de pijn, ondanks de zo ondraaglijke pijn, wilde u zo graag leven. Waarom? Waarom was het leven u zo lief?

Was het een wonder? Dat zou ik graag weten… Was het het wonder in bewondering dat u recht hield? Ik geloof dat u in leven bleef voor een reden. Misschien om aan ons uw verhaal te vertellen, misschien om uw leven bewust in een andere richting te duwen. Gelooft u in wonderen, Frida? Gelooft u dat u uitgekozen was om slachtoffer te worden van het leven? Of gelooft u enkel in toevalligheden? Denkt u dat het gewoon pech was? Brute pech.

Misschien was het wel net die brute pech die u zo sterk en eindeloos deed verlangen naar vrijheid. Ik las ooit ergens dit: ‘Vogels vliegen in de v van verder.’ Een ring is oneindig, Frida, zoals de ring in bewondering. Wilde u de horizon bereiken, verder vliegen dan iemand ooit gevlogen heeft? Als een vogel in de v van verder, van verte, van vergeten. Wilde u de eeuwigheid, de oneindigheid van het leven leren kennen? Is het daarom dat u op een bepaald moment uw lichaam losliet, omdat u wist wat voor moois er zou volgen?

Beste Frida, ik hou van de zon die ondergaat achter het water van de zee. Ik hou van de zon als ze indommelt in de golven van de oceaan. Ik hou van de kracht van de zon, van de kracht van het water en van de kracht die uitgaat van uw leven. Omdat het dezelfde kracht is, ’t is levenskracht. Mijn hart gaat uit naar u en naar uw hele leven.

Ik ben nog jong, weet nog niet veel, maar één van de dingen die ik wel weet, is: beste Frida, het ga u goed.

Met bewonderende groeten.