13 januari 2017 |

Ik dommel de nacht in.
Tussen kussen, regen en sneeuwvlokken in.
Het waken, nee, het raken.
Het maken mee, de te harde pieker pal in mij.
Het kraken. De teletijd,
het onderscheid tussen toen en later.
Vergeef me als ik mij verspreek.
’t Is ’t vallen van de nacht en ’t water.
Het klateren en ’t ratelen.
Het rommelen in mij.
De nacht dommelt voorbij.
Droom zoet, schrijf je. Vergeet me niet.
Ik zag, ik zoek wat jij niet ziet.
Ik mag, ik moet. Ik kan het niet.